Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [58]daarom zal de HEERE [59]wachten, [60]opdat Hij u genadig zij, en [61]daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is [62]een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten. 58. Dit is een vertroosting voor degenen, die de Heere zou laten overblijven. 59. Te weten op uwe boete en beterschap. 60. U verlossende uit uwe gevangenschap. 61. Te weten door zijne oordelen, door welke gij zult gebracht worden tot boete en beterschap. 62. Dat is, die geen ding lichtvaardiglijk doet, maar alles met reden, die de straffen weet te matigen; gelijk Jer.10:24, waar aldus staat: Kastijd mij, Heere, maar met mate, of oordeel gericht. God de Heere straft hetgeen straffenswaardig is, en bewijst genade dengenen, die zich bekeren.